Column Zin – op Zondag – vrede

Buurtpastor Ellie Smeekens spreekt geregeld een COLUMN in bij Omroep Gelderland voor het radioprogramma ‘Zin op Zondag’ waarin zij ook vaak aandacht besteedt aan het Inloophuis. Deze columns kunt u hieronder nalezen.

“VREDE” – gesproken column voor Zin op Zondag van Omroep Gelderland

(door Ellie Smeekens)

Vandaag is de laatste zondag van de Vredesweek. Op deze en op de vorige zondag, staan vieringen in veel kerken in het teken van vrede. We denken na over de betekenis van vrede. Bidden voor zoveel gebieden in de wereld waar oorlog is, waar mensen onderdrukt worden, waar geen vrijheid van meningsuiting is. We staan stil bij wat wij zelf kunnen doen.

Oorlog en vrede, het zijn zulke grote thema’s dat je je al snel machteloos kunt gaan voelen. Wat kan ik daar aan doen? Alles wat we doen lijkt maar een druppel op een gloeiende plaat. Nadenken hierover schoten me een paar verhalen te binnen uit de bijbel; eindeloze bron van verhalen ook voor wie niet gelovig is. In het Oude Testament, het boek dat christenen, joden en moslims met elkaar delen, staat  het verhaal van Mozes. Israëliet, maar opgegroeid in weelde aan het hof van farao. Hij ziet hoe het volk waartoe hij behoort, onderdrukt en uitgebuit wordt door de Egyptenaren. Ze hebben geen leven, geen toekomst. Dan hoort hij Gods stem die hem roept om zijn volk te bevrijden uit Egypte. Mozes, wil niet, durft niet, bedenkt allerlei argumenten waarom hij daarvoor niet de geschikte persoon zou zijn. God, ontkracht al zijn argumenten. Hij kan het onrecht niet aanzien, maar heeft mensenhanden nodig om het te veranderen. Tenslotte vraagt Mozes aan God, ‘wat is dan je naam, wat moet ik zeggen aan de mensen, als ze me vragen wie me gezonden heeft’. God maakt zijn naam bekend als ‘Ik ben die Ik ben’ of  ‘Ik zal er zijn’. Een naam die zich niet vast laat leggen, maar die nabijheid belooft. Nabijheid juist aan mensen die iemand nodig hebben die het voor hen opneemt, nabij aan mensen die niemand hebben, aan mensen in de knel, mensen die geen ruimte van leven krijgen. God is blijkbaar niet degene die deze situaties op kan lossen, daarvoor heeft Hij mensen nodig, maar in die mensen is Hij is er wel bij. Hij hoort de schreeuw van zijn volk. Hij laat zich raken.

Helemaal in het begin van het Oude Testament, in het scheppingsverhaal, maakt God de mens, naar Zijn beeld en gelijkenis, staat er. Wij worden dus uitgenodigd, sterker misschien, uitgedaagd, om op God te lijken. Dat wil zeggen, mensen te zijn, ‘die er zijn’. Die zich laten raken door wat er gebeurt met onze medemensen die in moeilijke omstandigheden leven, ook al kun je misschien maar heel weinig doen. En dan gaat het niet alleen om onze medemensen ver weg in oorlogsgebieden, maar ook om onze medemensen dichtbij. Er zijn, erbij zijn, is van grote waarde. Bij mensen zijn, zonder te oordelen, erbij blijven ook al heb je geen oplossing. Mensen zien zoals ze zijn, luisteren, daar is grote behoefte aan in onze samenleving waar zovelen zich niet gezien en niet gehoord voelen. Met mensen hun waardigheid hoog houden. Het meest onvervreemdbare dat we hebben; onze menselijke waardigheid. Of in christelijke termen: ons kind van God zijn. Misschien is dat wel het allermoeilijkste dat er bestaat. Zo naar mensen kijken en luisteren, dat de ander zich werkelijk gezien en gehoord voelt. Dat de goddelijke kern in hen wordt aangeraakt. Eén van mijn leermeesters noemde dat ooit: God tevoorschijn kijken in mensen. Het vraagt dat we onszelf, ons eigen ik, opzij kunnen zetten, om werkelijk bij de ander te zijn. Het vraagt geduld, je eigen oordelen even opschorten, in de diepte van wat mensen beweegt, kijken. Voor mij is dat het begin van vrede. Vrede niet alleen als de afwezigheid van oorlog, maar vrede in een veel bredere betekenis, een situatie, waar ieder mens recht van leven krijgt, ruimte om zichzelf te zijn, zich te laten zien en horen, zichzelf te ontplooien, tot geluk van zichzelf en van de mensen om hem of haar heen.

Eén van de mooiste momenten in vieringen in kerken op zondagochtend, vind ik de vredeswens. Voordat we brood delen met elkaar, is het belangrijk dat we in vrede samenleven, eventuele geschillen bijleggen. En natuurlijk is het een ritueel, maar niet een vrijblijvend ritueel. Ik ervaar de vredeswens altijd weer als een moment waarop ik uitgedaagd wordt mensen oprecht het goede toe te wensen. Waarop ik ook uitgedaagd wordt om het geweld in mezelf, gewelddadige gedachten tegenover  anderen, of soms ook tegenover mezelf, in de ogen te kijken opdat het niet de overhand krijgt. Het is een oefening in het werken aan een vreedzaam samenleving. Die oefening gaat verder dan alleen de viering in de kerk, maar is bedoeld om mee te nemen in het leven van alledag. Zo is elke viering en niet alleen de viering in de Vredesweek, een oefening in mens van vrede worden.

“VERTROUWEN” – gesproken column voor Zin op Zondag van Omroep Gelderland

3 juni 2018 (door Ellie Smeekens)

Enkele weken terug liet het Centraal Bureau voor de Statistiek weten dat het vertrouwen van mensen in elkaar en in instituties zoals rechters, politie en politiek weer iets toegenomen is vergeleken met voorgaande jaren. Dat bleek uit onderzoek.

Het is goed nieuws. De laatste jaren leek dat vertrouwen alleen maar af te nemen. Denk maar aan de discussies rondom nepnieuws, zelfverrijking van mensen aan top, verschillen in de samenleving die groeien en mensen die elkaar niet meer lijken te verstaan.

In gesprekken die ik als pastor heb, valt me steeds weer op, hoe fundamenteel het is voor het welbevinden van mensen om vertrouwen te kunnen hebben. Zonder vertrouwen wordt het leven zwaar. Als wij spreken over God, dan hebben we het vaak over geloven, geloof je wel in God, of geloof je niet in God. Een moeilijke vraag, want wat of wie is God? Het kan heel goed zijn dat God voor jou een heel andere betekenis heeft dan voor je gesprekspartner. En wat is geloven eigenlijk? Wat geloof je eigenlijk als je zegt dat je in God gelooft?

De oude Griekse woorden die in de bijbel gebruikt worden voor geloven hebben veel meer de betekenis van ‘vertrouwen op, vertrouwen stellen in, erop vertrouwen dat’. Dit is een veel mooiere aanduiding van geloven. Mijn docent dogmatiek zei in de allereerste les toen ik net begonnen was met mijn studie theologie: geloven is niet een vorm van deficiënt weten – of, in gewone taal – geloven heeft niets te maken met een gebrek aan kennis, zo van: hoe meer we alles in de natuur en de kosmos kunnen verklaren, hoe minder we God en geloven nodig hebben. Zo wordt het overigens soms wel gezien. Geloven zou dan iets voor domme mensen zijn. Het woord vertrouwen drukt veel beter uit waar het om gaat.

Vertrouwen heeft te maken met een levenshouding, een manier van in het leven staan. Met het besef dat je niet alles in de hand hebt en je daaraan zonder angst over te kunnen geven.. Het heeft ook te maken met een relatie, want je stelt je vertrouwen in iets of iemand.

Ik kom het tegen in mijn werk als pastor, mensen die zo beschadigd geraakt zijn in het leven, soms al vanaf het eerste begin, dat ze niet geleerd hebben om te vertrouwen op anderen. Zoals die man die opgroeide met een tirannieke vader tegen wie hij in opstand kwam om een eigen leven te kunnen leiden. Hij heeft nooit geleerd om te durven vertrouwen op mensen. In de loop van zijn leven is hij steeds weer in conflict gekomen met mensen en instanties. Gaandeweg is hij geïsoleerd geraakt. De zin van zijn leven én het plezier in het leven is hij kwijtgeraakt. Hij kan alleen zichzelf vertrouwen, maar eigenlijk ook dat niet. Want alleen op jezelf vertrouwen, omdat je niet op anderen durft of kunt vertrouwen, heeft niets met vertrouwen te maken, maar alles met angst en zelfbescherming. Je bouwt een muur om je heen om niet gekwetst te worden, om niet opnieuw in de steek gelaten, overheerst, gekleineerd, mishandeld te worden.

Voluit kunnen leven vraagt om openheid, je open durven stellen voor wat anderen je te zeggen hebben, onzekerheid durven toelaten, kwetsbaar durven zijn, maar ook je zelf durven uitspreken, je durven laten zien, niet mooier en niet lelijker dan je bent. Daar is vertrouwen voor nodig. Vertrouwen dat een ander je zal accepteren, jou zal respecteren, niet over jouw grenzen zal gaan. Het vraagt ook om jezelf en anderen niet vast te pinnen op de fouten die we maken, maar een tweede kans te gunnen, vanuit het besef dat we allemaal feilbare mensen zijn.

Vertrouwen in jezelf, vertrouwen in de ander en zeg ik er als gelovig mens bij; vertrouwen in wat ons te boven gaat, noem het God,  maar je mag het wat mij betreft ook het Leven noemen, met een kleine letter, of met een hoofdletter. Vertrouwen dat het leven zinvol  is, dat jouw leven zinvol is, dat je er mag zijn, dat het leven hoe moeilijk het ook kan zijn, iets goeds en moois te bieden heeft.

Het  maakt het leven en het samenleven zoveel lichter en vreugdevoller.

“INLOOP”- gesproken column voor Zin op Zondag van Omroep Gelderland

25 februari 2018 (door Ellie Smeekens)

Elke dinsdag- en donderdagochtend staat in ons Arnhemse Inloophuis Sint Marten de koffie klaar. Tussen tien en twaalf uur zit de ruimte vol met bezoekers die even de deur van hun huis uit willen, gezelschap zoeken, een praatje willen maken, hulp zoeken of soms gewoon even rustig willen zitten in een hoekje. Veel van onze bezoekers wonen alleen. Ze hebben vaak niet zoveel contacten. Velen hebben het gevoel dat ze in onze samenleving niet meetellen, er niet toe doen.

Het Inloophuis is op deze ochtenden even hun huiskamer. Plaats van ontmoeting met bekenden en met wie er zo al binnenloopt. Lief en leed wordt gedeeld met elkaar en met de vrijwilligers die zorgen voor de koffie en de thee, maar die vooral aandacht hebben voor al die bezoekers.

De gesprekken gaan over koetjes en kalfjes, over de actualiteit, over de levenssituaties van mensen. Alles kan voorbijkomen, ziekte, dood, eenzaamheid, financiële problemen, verslaving, kinderen en kleinkinderen, woonsituatie, ervaringen met hulpverlening, etc. Lichte gesprekken, zware gesprekken.

Midden in de zwaarte van het leven en de hardheid van de samenleving die door veel van onze bezoekers ervaren wordt, gebeuren hier soms mooie dingen. Juist in de aandacht die mensen hebben voor elkaar. Eén van die pareltjes trof mij zo dat ik die graag met u wil delen. De namen van de personen heb ik voor deze gelegenheid even veranderd.

Jan is een jongeman van eind 20, die sinds een paar maanden vrijwilliger is bij de inloop. Hij heeft al het nodige meegemaakt in zijn leven en heeft even tijd nodig om zichzelf weer op orde te krijgen, voor hij weer op zoek kan naar een betaalde baan. Maar ondanks dat wil hij tijd vrijmaken om iets te betekenen voor anderen. Jan is heel sociaal en invoelend. Misschien heeft zijn moeilijke persoonlijke situatie hem wel gevoeliger gemaakt voor de moeilijke levenssituaties van anderen.

Marije komt ook zo nu en dan in het inloophuis met haar moeder. Ze is nog leerplichtig, maar het gaat niet zo goed op school. Leren is moeilijk voor haar. Daarom wordt er vooral ingezet op een werktraject met begeleiding. Marije doet daarin veel negatieve ervaringen op: een contract dat niet verlengd wordt terwijl ze het zelf zo goed naar haar zin had, verschillende afwijzingen op andere plekken, steeds maar weer wachten op de volgende afspraak, op werkbegeleiders die iets voor haar zullen doen en van wie ze vervolgens een tijdlang niets meer hoort, waardoor ze het gevoel krijgt dat er niets gebeurt en ze aan haar lot wordt overgelaten. Marije wordt er opstandig van én bouwt een muur van onverschilligheid om zich heen. Daarmee stoot ze andere mensen van zich af. Het maakt haar allemaal niets meer uit, roept ze soms.

Je moet goed kijken en luisteren om te kunnen zien en horen dat het haar wel degelijk iets uitmaakt; dat ze zich graag wil ontwikkelen, wil laten zien dat ze wel degelijk talenten heeft, mee wil tellen. En ook dat ze rust wil, zelfvertrouwen, het vertrouwen van andere mensen.

Jan merkt het op. Als Marije een toets voor rekenen heeft, wat ze moeilijk vindt, stelt Jan voor om haar te helpen. En zo zitten ze tijdens de inloop samen aan tafel gebogen over het rekenboek. Marije is geconcentreerd en leergierig.  Jan is geduldig en door de goede vragen te stellen, helpt hij Marije om zelf te ontdekken hoe ze die moeilijke sommen op kan lossen. En het blijft niet bij die ene keer. Ze maken een afspraak voor een volgende keer. Die valt op een ochtend dat Jan geen vrijwilliger is omdat Marije op de andere ochtend op school moet zijn. Jan komt er speciaal voor naar het inloophuis. Ik zie het gebeuren en wordt er heel blij en vrolijk van.

Er is zoveel ellende in de wereld, ik lees het in de krant, ik zie het om me heen, ik hoor het in de verhalen die mensen mij vertellen. Maar er zijn ook zoveel pareltjes; mensen die zorg hebben voor elkaar, die hun tijd en aandacht geven aan anderen vanuit een oprechte betrokkenheid. Vaak in het klein en in het verborgene. Je zou er zo aan voorbijlopen. De ellende, alles wat niet goed gaat in onze wereld, krijgt vaak zoveel meer aandacht. Maar er gebeuren ook zoveel mooie dingen, voor wie het zien kan, voor wie het zien wil. Het komt niet in de krant, maar deze kleine tekenen van goedheid geven mij moed en voeden mijn vertrouwen in mensen.

Om in geloofstaal te spreken: voor mij zijn dit kleine tekenen van het Koninkrijk van God, waarover Jezus in de bijbel spreekt. Dat Koninkrijk, dat visioen, van vrede en gerechtigheid, waar ieder mens meetelt en niemand buitengesloten wordt. We zijn er nog ver van verwijderd en toch kun je er soms al iets van zien, gewoon in het alledaagse leven, soms even. Houd je ogen, je oren, je hart open, opdat die kleine momenten en gebeurtenissen je niet ontgaan en je kunnen voeden met mildheid, vrolijkheid en vertrouwen.

“OUDJAAR” – gesproken column voor Zin op Zondag van Omroep Gelderland

31 december 2017 (door Ellie Smeekens)

31 December, ik weet niet hoe het u vergaat, maar ik word altijd een beetje weemoedig op de laatste dag van het jaar. Weer een jaar voorbij.

De  tijd lijkt voor mij op die laatste dag altijd even de adem in te houden om daarna op  1 januari weer volop te gaan stromen. Misschien komt het doordat het een dag is om wat te mijmeren. Vast met velen van u, denk ik terug aan het afgelopen jaar, wat het gebracht heeft aan kansen en moeilijkheden, waar ik tevreden over ben of blij mee ben, wat er moeilijk was, pijnlijk, verdrietig. En onwillekeurig kijk ik ook vooruit naar het nieuwe jaar. Wat zou ik willen in het komende jaar, wat doet ertoe, wat zou ik anders willen, waar wil ik mijn aandacht aan geven?

Maar laten we eens een gedachte-experiment doen: stel je nu eens voor dat 31 december niet alleen de laatste dag van het jaar, maar ook de laatste dag van je leven zou zijn? Nu even niet schrikken, maar wat zou je dan doen? Hoe zou die laatste dag eruit zien?Wat zou je nog graag willen doen? Of zijn er misschien dingen die je nog zou moeten doen?

Misschien wil je een oude ruzie bijleggen, een lang lopend conflict uitpraten, iemand opzoeken die je allang eerder had willen zien. Misschien wil je iets gaan doen dat je je al lange tijd had voorgenomen te doen, maar dat er nog niet van gekomen was. Dat plekje opzoeken dat verbonden is met zoveel mooie herinneringen. Luisteren naar dat prachtige muziekstuk. Nog één keer de zee zien.

Misschien heb je behoefte aan een goed gesprek met je partner, met goede vrienden, vriendinnen, samen de balans  opmaken van wat belangrijk is geweest in je leven.Misschien ook wil je het liefst helemaal alleen zijn, om rustig na te denken, tot jezelf te komen, je te verzoenen met alles in je leven dat zo ongerijmd lijkt of moeilijk te verteren is.Misschien ook zou je je laatste dag wel willen delen met mensen die het moeilijk hebben; een zieke bezoeken die ten dode is opgeschreven, de vreemdeling die naast je woont helpen om een beetje wegwijs te worden in onze ingewikkelde samenleving, iets van je overvloed delen met wie minder heeft.

Stel  je voor dat dit je laatste dag zou zijn? En ook al zal dat hopelijk niet het geval zijn, zou het dan niet goed zijn om vandaag dat te doen wat je op je laatste dag zou doen?Wanneer je iets goed wilt maken met iemand, waarom dan nog wachten? Wanneer je nog heel graag iets zou willen doen, waarom er dan vandaag niet aan beginnen?

Wanneer je graag een goed gesprek zou willen hebben met iemand, waarom zou je daar dan vandaag niet naar vragen. Waarom zou je vandaag niet willen proberen om de werkelijkheid van je leven als realiteit te aanvaarden en er niet voor weg te vluchten.Wanneer je de pijn en het verdriet van een medemens in je eigen hart voelt, waarom zou je niet een begin maken met het volgen van die beweging van barmhartigheid in je.

Misschien kun je vandaag een begin maken met een diepere verbondenheid voelen met al degenen die je diep in  je hart zo lief zijn. Een vrouw die nog niet zolang geleden haar man verloor vertelde hoe blij ze was dat ze elkaar elke dag hadden laten merken dat ze van elkaar hielden. Niet overdreven, gewoon in kleine dingen, een lief woord, een zoen, een glimlach. Dat hielp haar om het verdriet om het gemis te dragen en om niet te blijven hangen in spijt, in gedachten als ‘had ik maar..’

Soms kun je voor kortere of lange tijd zo vaak en hevig bezig zijn met het verleden, met almaar terugkijken, een verkeerde keuze die je gemaakt hebt, iets vreselijks dat je overkomen is, dat je niet aan echt leven toekomt.

Elke kans om van het leven nu te genieten of er iets van te maken, gaat ongebruikt voorbij. Als dat eens zou kunnen; de dag die je nu leeft, helemaal leven. Het evangelie spreekt hierover in woorden als ‘waakzaam zijn’, ‘wakker zijn’.

(Blijf wakker en alert, want je weet niet wanneer de mensenzoon komt).

Probeer van je leven nu iets te maken, want God kan zich vandaag, hier en nu laten zien, zoals hij zich liet zien in de geboorte van het kerstkind, dat we afgelopen week vierden, zoals hij zich kan laten zien in de geboorte van elk kind, voor wie het zien wil. Het gaat om het onverwachte, het bijzondere van het leven, elke dag opnieuw en vaak gewoon in het alledaagse. Met de ogen van het geloof kunnen we steeds weer een glimp van God opvangen, daar waar mensen open gaan voor wat het leven de moeite waard maakt, zin geeft en dat kunnen alle situaties van ons leven zijn.

Wakker leven is dan: deze dag, dit uur leven.

Stel  je voor dat dit je laatste dag zou zijn. We zouden ook kunnen zeggen: pluk de dag, want de dag is een geschenk van God. Elke dag is een laatste dag; hij komt nooit weer.En elke dag is een eerste dag, mogelijkheid om iets goeds met je leven te doen of te gaan doen, nieuwe stappen te zetten, nieuwe keuzes te maken.Ik wens ons allemaal een heel goede overgang van het oude naar het nieuwe jaar toe, en een heel wakker, liefdevol, wijs, inspirerend en zegenrijk 2018.

“GASTVRIJHEID” – gesproken column voor Zin op Zondag van Omroep Gelderland

3 september 2017 (door Ellie Smeekens)

Deze zomer heb ik samen met mijn man, drie weken gelopen op een oud middeleeuws pelgrimspad naar Assisi, de stad van de Heilige Franciscus. De meesten van u misschien wel bekend. De heilige met een groot hart voor de armen, en met veel respect voor al het leven, vooral ook dat van dieren.

We hadden een lijstje bij ons met adressen waar we als pelgrim onderdak zouden kunnen vinden: hotels, campings, maar ook particulieren, kloosters en parochies die onderdak boden. Meestal moesten we daar een vast bedrag voor betalen, maar in kloosters, bij particulieren en parochies mochten we soms zelf bepalen wat we gaven. Zij vroegen alleen maar een ‘don’, een gift, en lieten de hoogte daarvan aan ons over.

We zaten samen met een andere pelgrim aan tafel bij drie oudere vrouwen die actief waren in hun parochie. Eén van hen had heerlijk gekookt en we genoten van het eten en van elkaars verhalen. We logeerden bij een schaapsherder en hij nam ons mee naar zijn kudde.  We aten bij een ouder echtpaar en speelden met hen een spelletje jeu de boules dat we verpletterend verloren.Alle keren werd ik geraakt door de gastvrijheid van de mensen bij wie we verbleven.

Ze deden hun uiterste best om het ons, vreemdelingen, naar de zin te maken. Ze deelden voor een avond hun leven met ons. Het ontroerde me dat ze mensen die ze niet kenden, toelieten in hun privésfeer. Dat ze geïnteresseerd waren in ons en in onze verhalen. Het liet me voelen hoe belangrijk en hoe weldadig gastvrijheid is.

Ik werk als pastor in een inloophuis en ben dan, samen met veel vrijwilligers degene die gastvrijheid biedt aan mensen. Het was voor mij heel bijzonder om aan de andere kant, de kant van de gast, te staan. Om te ervaren hoe weldadig het kan zijn om gastvrij ontvangen te worden. Zeker in een situatie waarin je vreemdeling bent, je je misschien wat onzeker voelt omdat er weinig of niets vertrouwd is. Ik voelde me letterlijk als mens gezien en erkend. Dat gaf grond onder de voeten in een situatie waarin alles en iedereen nieuw is.

Gastvrijheid is in alle godsdiensten een belangrijk thema.

Bij Joden is het de gewoonte om bij bijzondere gebeurtenissen tenminste één stoel onbezet te laten. Een stoel voor de onverwachte gast, voor Elia, de profeet die ten hemel is opgestegen en van wie men verwacht dat hij op enig moment, je weet nooit wanneer, terug zal komen om de komst van de Messias aan te kondigen.

Ook in kloosters wordt veel waarde gehecht aan gastvrijheid. In elke gast kan God zelf je tegemoet komen. Een bijbelse gedachte die heel treffend verwoord wordt door de evangelist Matteüs. Jezus Christus zegt in een visioen over het einde van de tijden: alles wat jullie gedaan hebben voor één van de onaanzienlijksten van mijn broeders of zusters, – voor een mens in nood –  hebben jullie voor mij gedaan.

Dit geeft een ongekende diepte aan gastvrijheid. En het verwoordt heel radicaal de wederkerigheid ervan. Niet alleen de gast ontvangt, namelijk gastvrijheid.

Ook de gastheer of gastvrouw ontvangt. In de gast kan God zelf verschijnen, als je daarvoor openstaat. De gast doet een appel op je en voed je menselijkheid en betrokkenheid bij anderen. De gast kan je het geschenk van zijn of haar dankbaarheid geven. De gast kan je in het gesprek met elkaar de rijkdom van nieuwe inzichten schenken.

Gastvrijheid is niet vanzelfsprekend. In onze samenleving is er een sterke tendens om die mensen die bij uitstek gastvrijheid nodig hebben; vreemdelingen, vluchtelingen, migranten eerder met argwaan dan met vertrouwen tegemoet te treden.

Het is ook  lang niet altijd gemakkelijk om gastvrij te zijn. Het kan wat van je vragen om je reserve of misschien zelfs je angst voor wat en wie vreemd is, opzij te zetten en over drempels heen te stappen. Maar het levert je wat op. Deze zomer heb ik weer mogen ervaren hoeveel vreugde en rijkdom er schuil kan gaan in gastvrijheid. De letterlijke gastvrijheid, maar ook de gastvrijheid als grondhouding tegenover onze medemensen, het openstaan voor elkaar.

Gast en gastgever kunnen er beiden meer mens van worden.


Reacties

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

vier + 13 =