Werkwijze van Inloophuis en Buurtpastoraat
Het Diaconaal Centrum (‘Inloophuis’) is gestart in 2007 en werkt vanuit de presentiebenadering. Het Inloophuis is gericht op het faciliteren van een ontmoetings- en activeringsplek, op het voorkómen, opheffen, verminderen dan wel mee uithouden van lijden en maatschappelijke nood van individuen en van groepen mensen, op het scheppen van rechtvaardige verhoudingen in kerk en samenleving en op het zorg hebben voor en in stand houden van de schepping.
“Het Inloophuis fungeert als spil voor mensen en activiteiten. Er worden verbindingen en dwarsverbanden gelegd. De ad hoc-activiteiten vormen het cement.”
De buurtpastor vindt de mensen in de buurt die vereenzamen, aandacht, ondersteuning of hulp nodig hebben. Zij stimuleert deze mensen om naar het Inloopcentrum te komen, bijvoorbeeld naar de koffie-ochtenden. Ze worden daar opgevangen en welkom geheten. Bij sommigen heeft dit het effect dat ze weer mee doen in de wijk. Ze leren anderen kennen, komen eten, gaan meedoen met het Inloopkoor. Er ontstaan contacten die buiten het centrum worden voortgezet. Als de gastvrouwen van de koffie-ochtenden of coördinatoren van activiteiten zich zorgen maken over bezoekers die een poosje niet geweest zijn, nemen ze contact op of geven hun zorgen door aan de buurtpastor, die dan extra alert is op signalen uit de buurt, of bij bezoekers langs gaat.
“Inloopbezoekers gaan bijvoorbeeld onderlinge verbanden aan. Ze blijken elkaar te bezoeken wanneer iemand in het ziekenhuis belandt of langdurig thuis komt te zitten.”
In en rond het Inloophuis zijn meerdere mogelijkheden voor activiteiten, zowel structureel als ad-hoc. Het is een open, veilige plek. Kleine netwerken die vanuit het Inloophuis en Buurtpastoraat zijn opgezet, gaan zelfstandig verder door. Inloopbezoekers gaan bijvoorbeeld onderlinge verbanden aan. Ze blijken elkaar te bezoeken wanneer iemand in het ziekenhuis belandt of langdurig thuis komt te zitten. Sommigen besteden veel tijd aan het werk en dragen verantwoordelijkheid voor delen van het werk, anderen verrichten af en toe hand – en spandiensten. Er wordt een actief appèl gedaan op gebruikers van het Inloophuis om hun kwaliteiten in te zetten. Tegelijkertijd is vrijwilligerswerk voor velen van hen een zinvolle dagbesteding. Per week maken 150 tot 200 bezoekers (bij de start van het project in 2007 waren dit rond de 50 bezoekers), vrijwilligers, groepen en tijdelijke huurders gebruik van het Diaconaal Inloop Centrum / Inloophuis.
Geschiedenis en context
Halverwege de jaren ’90 van de vorige eeuw werd de Rooms-Katholieke Onze-Lieve-Vrouwekerk in de Arnhemse wijk Sint Marten gesloten. Zoals op zoveel plaatsen elders waren de kosten voor gebouw en pastores niet meer op te brengen voor de krimpende groep ouder wordende parochianen. Behalve de kerk stonden op hetzelfde terrein, een pastorie en een parochiehuis. Pastorie en kerk werden verkocht. In de kerk werden prachtige appartementen gebouwd met behoud van het mooie glas-in-lood.
De parochie behield het parochiehuis. Een aantal jaren werden er vieringen gehouden voor de parochianen in de wijk. Toen het aantal deelnemers daalde, kreeg het pand een andere bestemming. Er werd tweemaal per week een inloopochtend georganiseerd als ontmoetingsplek voor de parochianen en voor alle wijkbewoners die behoefte hadden aan ontmoeting en onderling contact. Dit was tevens een manier om als kerkgemeenschap aanwezig te blijven in een oude multiculturele stadswijk waar veel bewoners kampen met eenzaamheid, armoede, werkloosheid, verslaving, psychische problematiek en waar bewoners vooral contacten hebben in hun eigen etnische en religieuze kring. De kerk was gesloten, maar de parochie maakte vanuit haar evangelische inspiratie de keuze om aanwezig te blijven juist bij deze mensen, in deze wijk én de aangrenzende stadswijk Klarendal, waar al deze problemen nog veel zichtbaarder zijn.
“Steeds meer mensen uit de wijk wisten het Inloophuis te vinden. Ze voelden zich welkom en gezien, ze vonden er gezelligheid en klopten aan voor hulp”
Eén van de parochiepastores was nauw betrokken bij een aantal kwetsbare wijkbewoners en bij wat er speelde in de wijken. Om, na zijn pensionering, dit werk voort te kunnen zetten formuleerden het pastoresteam en parochiebestuur een project buurtpastoraat en zochten fondsen daarvoor. In 2007 kon een buurtpastor aangesteld worden die zich op beide wijken richtte en die daarnaast ook een taak had in het Inloophuis. Zijn aanwezigheid in de wijk en bij kwetsbare wijkbewoners bracht een nieuwe dynamiek teweeg in het Inloophuis. Steeds meer mensen uit de wijk wisten het Inloophuis te vinden. Ze voelden zich welkom en gezien, ze vonden er gezelligheid en klopten aan voor hulp. Enkele jaren later werd, wederom met projectgeld, een coördinator voor het Inloophuis aangetrokken omdat de combinatie van buurtpastoraat en de zorg voor het Inloophuis teveel werd voor één persoon.
“Sinds de sluiting van een groot dagbestedingscentrum voor chronisch psychiatrische patiënten, vormen deze mensen een tweede doelgroep naast de kwetsbare wijkbewoners.”
In de loop van de jaren zijn door de buurtpastor en coördinator heel veel contacten opgebouwd met mensen in de wijken, met bewonersinitiatieven, hulpverleners en hulpverleningsinstanties, wijkagenten, andere kerken, met de moskee in de wijk en met de burgerlijke gemeente. Sinds de sluiting van een groot dagbestedingscentrum voor chronisch psychiatrische patiënten ontvangt het Inloophuis van de gemeente een jaarlijks opnieuw aan te vragen bijdrage voor inloop en activiteit voor en met deze doelgroep. Zij vormen een tweede doelgroep naast de kwetsbare wijkbewoners.
Wat gebeurt er in het Inloophuis en buurtpastoraat?
Inloophuis en buurtpastoraat spelen op elkaar in en versterken elkaar. In het Inloophuis komen signalen binnen van bezoekers, vrijwilligers, hulpverleners en wijkagenten over buurtbewoners over wie ze zich zorgen maken. De buurtpastores proberen contact te leggen met deze buurtbewoners. Buurtbewoners die behoefte hebben aan contact nodigen we uit om naar het Inloophuis te komen. We gaan hen soms zelfs halen als dat nodig is. Twee ochtenden in de week kan ieder die wil er binnenlopen voor een kop koffie, een praatje of om gewoon even rustig te zitten.
“We gaan hen soms zelfs halen als dat nodig is.”
Maar het Inloophuis is ook een plek waar je mee kunt doen aan wat er gebeurt of zelf met initiatieven kunt komen. We nodigen bezoekers uit om hun talenten te laten zien en in te zetten. Dat brengt een boel bedrijvigheid en energie teweeg. Mensen met een achtergrond als cliënt in de geestelijke gezondheidszorg koken en eten er en organiseren een wekelijkse open zangochtend. Zij en andere wijkbewoners kunnen deelnemen aan het wijkatelier of de schrijfclub.
Vanuit de buurtklussendienst knappen mannen en vrouwen die op de gewone arbeidsmarkt geen kans maken vanwege een psychische kwetsbaarheid, een verstandelijke beperking of problemen met de taal, samen met en ondersteund door ter zake kundige wijkbewoners, klussen op in huis en tuin voor wijkbewoners die dat zelf niet meer kunnen en die het sociale netwerk of het geld niet hebben om het te laten doen.
Het buurtmaatjesproject koppelt mensen die eenzaam zijn of vanwege een andere reden behoefte hebben aan contact, aan een maatje dat hen bezoekt of hulp biedt.
Het mooie aan dit alles is de vloeiende lijn die er is tussen vrijwilliger zijn en bezoeker zijn. Dit vraagt van ons als pastores én van enkele dragende vrijwilligers extra aandacht voor de levenssituatie van kwetsbare vrijwilligers en ondersteuning in hun werksituatie, zodat zij mee kunnen blijven doen.
“Mooi is ook de wisselwerking tussen de diverse activiteiten in en vanuit het Inloophuis. Een buurtmaatje signaleert bij een bezoek dat een wijkbewoonster kleding nodig heeft, maar het geld niet heeft om iets te kopen en legt een link met de vrijwilligsters van het kledinghoekje. De mannen van de buurtservice plaatsen een wasmachine in een sterk vervuild huis en delen hun zorgen om de bewoonster met ons. Eén van de pastores bezoekt mevrouw en neemt contact op met haar hulpverleenster.”
Samenwerkingen
De goede samenwerking met heel veel partners in de wijk en stad is ook een mooie zaak. Een hele belangrijke partner is de caritas instelling van de parochie (PCI). We betrekken hen bij wijkbewoners met financiële problemen. Via o.a. de PCI komen signalen over armoede in de stad bij de politiek en het gemeentelijk apparaat terecht.
In het Inloophuis en buurtpastoraat komen we in contact met mensen die hulp nodig hebben, maar die zich afzijdig houden van hulpverlening. Met onze huidige werkwijze proberen we zo goed mogelijk aan te sluiten bij de situatie, de vragen en verlangens van bezoekers en buurtbewoners. We hebben de ruimte om over lange tijd, meer of minder intensief, contact te houden. Het vertrouwen dat we krijgen kunnen we gebruiken om mensen die dat nodig hebben (opnieuw) in contact te brengen met hulpverlening. Andersom geldt dat hulpverleners met wie we samenwerken mensen in contact brengen met ons; voor de ontmoeting tijdens de inloop, vrijwilligerswerk, of een gesprek over hun levensverhaal, over geloof, zin en onzin die zij ervaren in hun leven.